AVIA Marees komt sinds deze maand in aanmerking voor het Predicaat Koninklijk. Het Noord-Hollandse familiebedrijf bestaat namelijk exact honderd jaar. Een gebeurtenis waar uitgebreid bij stilgestaan werd. Maar, het jubileum is niet de enige bijzondere gebeurtenis in Kolhorn.
Ver bovenin Noord-Holland, aan de rand van een dorp met zo’n duizend inwoners, prijkt het rood-blauwe Marees-logo op een vrijstaand gebouw. Bovenin het gebouw is de kantoorruimte van directeur Dick-Jan Marees te vinden. Aan de ene kant, waar zijn computer staat, biedt de werkplek uitzicht op het AVIA XPress-tankstation waar binnen enkele dagen het allereerste waterstoftankstation van de Kop van Noord-Holland staat. Trots wijst hij naar de plek naast het station, die niet lang leeg meer zal zijn..
Zijn collega Leoniek Hendriks, verantwoordelijk voor de marketing, heeft inmiddels plaatsgenomen aan de tafel een paar meter verderop. Vanaf die andere kant van de ruimte is er zicht op de Kolhornerdiep, het aangrenzende kanaal. De gemene deler van beide uitzichten is de uitgestrekte en rustige omgeving.
Dick-Jan, je liet net de plek van de waterstofinstallatie zien. Wat komt hier precies?
“We krijgen hier een slow-fill-installatie die 700 bar levert. Het station kan uiteindelijk aangepast worden om ook 350 bar te leveren. Wanneer daar vraag naar is, is dat mogelijk. Maar, in eerste instantie hebben we één dispenser. De tanktijd kan het best vergeleken worden met snelladen: 300 kilometer in circa dertig minuten. Het station en de afleverunits staan op een frame, waardoor we het relatief snel kunnen verplaatsen. Eigenlijk wilde ik een mobiel waterstofstation. Een soort containerachtig systeem. Maar omdat er een hek omheen moet staan, zou dat ook steeds gedemonteerd moeten worden.”
Het afnemen van waterstof duurt bij een lege tank dus ongeveer een half uur. Hier hebben jullie geen shop. Wat doe je dan? Er is hier niet echt iets te doen…
Marees: “Echt wel. Je kan hier echt prachtig wandelen. Je kan de dijk op, een hengeltje uitgooien, en als klanten willen, kunnen ze hier in de kantine een bakkie krijgen, haha. En er zijn ook heel veel mensen die gewoon in hun auto werken. Dat gebeurt nu ook met laden.”
Hendriks: “Op het moment dat waterstof een toevlucht neemt, zullen we wel naar de opties kijken. Daarom is Hoorn met het foodcourt natuurlijk een mooie locatie om het ook te doen.”
(De tekst gaat verder onder de afbeelding)
Waarom beginnen jullie hier in Kolhorn en niet in bijvoorbeeld Hoorn of Alkmaar, waar jullie ook locaties hebben?
Marees: “Je zit me de ruimte en gevarencirkels. Er moeten verschillende vergunningen afgegeven worden. Het is niet zo dat je overal zomaar een waterstofstation neer kan zetten. Er kijkt bijvoorbeeld een Milieudienst mee. En dat remt ook de ontwikkeling van waterstof. Wij willen het dus ook in Hoorn doen, maar daar lopen we tegen regels aan. Het wordt dan een gevecht om het voor elkaar te krijgen. Zij kijken uiteraard naar wat in hun optiek de regels zijn, maar ik heb het idee dat ze die soms wel te groot maken.”
Waar komt de waterstof vandaan?
Hendriks: “De H2 wordt in gasflessen aangevoerd door Air Liquide. In zogenoemde bottleracks. Deze flessen worden opgeslagen binnen het depot van het waterstofstation in Kolhorn.”
Marees: “We zijn ook in gesprek met Hygro. Zij hebben in het Wieringermeer een windmolen staan. Het is de bedoeling dat daar een elekrolyser bijkomt. Een waterstofmolen noemen ze dat. Via de elektrolyser maken ze vervolgens waterstof. Het idee is om die waterstof via een pijplijn naar ons station in Wieringerwerf te brengen. De pijplijn wordt ook meteen een buffervat, want dat is wat je moet doen met waterstof: bufferen. Dat gaat tot ongeveer 50 bar. Bij ons station in Wieringerwerf komt een compressor te staan voor een fast-fill-H2-installatie. Daarnaast fungeert de compressor ook als hubfunctie om verplaatsbare bottleracks te vullen. Dat worden mobiele satelliet-stations. Die kunnen in de omgeving verspreid worden naar plekken waar het echt nodig is. Zo heb je logistiek hele korte lijnen en lagere transportkosten met groene waterstof. Vroeger vulden we zelf gasflessen met propaan op de zaak. Nu komt er een systeem dat de bottleracks vult met waterstof. Een soort van back to the future.”
(De tekst gaat verder onder de afbeelding)
Wie verwachten jullie dat hier in Kolhorn waterstof komt afnemen?
Hendriks: “Er zijn zoveel reacties op de aankondiging gekomen. Het zijn mensen die toekomst zien in waterstof, vooral de zakelijke markt. Bijvoorbeeld agrariërs en klanten uit de transportsector. Maar we zien ook de particuliere rijders. Mensen die overwegen om een waterstofauto aan te schaffen, maar het niet doen omdat hier in de buurt geen tankmogelijkheden zijn. Met dit station kunnen we onderzoeken wat de vraag is naar de brandstof in de regio.”
Marees: “Het is ook een manier om mensen bekend te maken met waterstof. Ik verwacht dat als er straks een aantal partijen met vrachtwagens gaat rijden, ze hier komen tanken. De fast-fill-installaties zijn namelijk best vaak in storing of leeg. Het zal misschien niet direct storm lopen, maar er zal wel gebruik van gemaakt worden. Het heeft er bovendien mee te maken dat je wilt laten zien dat je het écht doet. Daarmee geef je een signaal af dat je er daadwerkelijk mee bezig bent. Dat was ook wel een reden om dit op te pakken.”
Even naar jullie jubileum. Wat betekent dit jubileum voor jullie?
Marees: “Precies honderd jaar geleden werden de eerste leveringsovereenkomsten met Acetylena, de voorloper van Shell, gesloten. Daarin werd afgesproken met mijn overgrootvader dat hij een soort distributeur werd in zijn gebied. Hij had een kruidenierswinkeltje, maar zag blijkbaar handel in petroleum. Het is natuurlijk wel bijzonder dat ons bedrijf honderd jaar in de energie zit. Zelf ging ik eigenlijk al vanaf m’n veertiende mee met de technische dienst in de vakanties. Dat vond ik leuk. Tanks saneren en dus vanbinnen schoonmaken in de Tankslag-periode maar ook onze installateurs helpen met ondergrondse tankinstallaties aanleggen bijvoorbeeld.”
(De tekst gaat verder onder de afbeelding)
Wat heb je zien veranderen sinds die jaren?
“Dat branding steeds belangrijker wordt. Het verhaal vertellen. Nu zie je dat iedereen op de transitie duikt. Er is bij ons nog steeds veel focus op de brandstoffen, maar daar komen wassen, waterstof en laden bij. En het benutten van alle mogelijkheden die er zijn wordt belangrijker. Sommige dingen deden we er een beetje bij, maar die kan je veel groter maken. Zoals het wassen van auto’s. Dat is gewoon een business op zichzelf. Het totaalplaatje aanbieden met alles wat binnen de mobiliteit past.”
In de tijd dat jouw overgrootvader begon, ging het alleen om het leveren van huisbrandolie. Nu zijn er veel meer activiteiten bijgekomen. Is het werk daarom moeilijker denk je?
“Misschien was het toen wel te makkelijk, haha. Het is vooral allemaal nieuw. Wat ik wel echt heb gemerkt, is dat sinds de jaren ‘90 de regelgeving belemmerend is. Er komt nu zoveel bij kijken als je een locatie wilt ontwikkelen. Dat hoort bij het spel en daar heeft iedereen mee te maken, dus er is in dat opzicht natuurlijk wel een level playing field.”
Je hebt het bedrijf in 2004 overgenomen van je vader. Was het al duidelijk dat die overname eraan kwam?
“Dat is een traject geweest. Ik was hier altijd al wel bezig, maar het idee dat ik het echt over ging nemen ontstond ongeveer in 2000. M’n vader vond het ook wel mooi geweest. We hebben toen in oktober 2003 gezegd dat het op 1 januari 2004 rond moest zijn. M’n vader heeft me toen heel veel vrijheid gegeven. Hij is wel altijd op de zaak blijven komen, ook omdat hij het zelf leuk vond. En het was fijn om hem als sparringpartner te hebben.”
(De tekst gaat verder onder de afbeelding)
Waren er dingen die je direct wilde aanpassen?
“We hadden nog hele oude betaalautomaten op de tankstations staan. Dat wilde ik wel snel veranderen. Voordat de laatste weg was, heeft dat wel dertien jaar geduurd. In de beginperiode van de betaalautomaten (rond 1978) was het natuurlijk legendarisch dat je zonder geld op zak kon tanken. Omdat we net lid waren geworden van AVIA, hebben we ook alles in de AVIA-kleuren gezet.”
Waarom zijn jullie na de overname eigenlijk met AVIA in zee gegaan?
“Zodat we collega’s kregen die in hetzelfde speelveld zitten, zonder dat je een concurrent bent van elkaar. Daar kan je gewoon van leren. We waren daar ook heel snel uit. De voormalige directeur, Ron de Reuver, kwam langs en toen hij wegging hebben we eigenlijk meteen besloten: dit gaan we doen.”
Komt er ooit weer ‘Marees Zelf Tank Service’ op de luifel, zoals dat voor jouw overname het geval was?
“Nee, zeker niet. Er hangt zoveel aan vast. Bijvoorbeeld op het gebied van kaarttransacties. AVIA Marees wordt hier in de omgeving goed herkend en voor toeristen en pasanten uit andere gebieden is AVIA een bekend merk. Ik zou daar niet zo snel meer van afstappen.”
(De tekst gaat verder onder de afbeelding)
Waar gaat het heen met jullie tankstations in de komende jaren?
“Een aantal zal sluiten, dat is onomkeerbaar. We hebben dit jaar ook al twee locaties gesloten, dus dat proces is al gaande. Dat heeft te maken met investeringen die gedaan moeten worden. Maar ook bijvoorbeeld met ontwikkelingen op het gebied van woningbouw. Daarnaast is het de vraag of de investering in een keuring nog wel lonend is op bepaalde locaties. Met name bij afkeur kan het behoorlijk uit de klauwen lopen, zoals we dat hier in Noord-Holland zeggen. Het is dan verstandiger het kapitaal te investeren op toekomstbestendigere locaties. Uiteindelijk beoordelen we dat per station en is het een samenspel van vele factoren.”
“Een aantal tankstations blijft ook belangrijke functies vervullen. Dat zijn stations waar je wat meer kan bieden dan alleen tanken. Verder kijken we ook naar locaties om toe te voegen aan het netwerk, waar je kan uitbreiden met bijvoorbeeld laadpalen en wasmogelijkheden. En we gaan in Aalsmeer nog een nieuwe station bouwen.”
“Met laden kijken we bovendien ook naar heel andere plekken, wat best wel verfrissend is. Je raakt een beetje uit je comfortzone, maar het opent ook deuren. Er komen een paar klantengroepen bij. We zijn nu echt met een aantal mooie projecten bezig om op parkeerterreinen van winkelcentra laadpleinen neer te zetten. Wij kunnen eigenlijk niet wachten tot we de opdracht helemaal rond hebben, maar dat zijn hele mooie projecten.”
Wat als jij nou over vijftien jaar met pensioen gaat, blijft het bedrijf dan in de familie?
“Ik heb twee dochters. Maar die signalen krijg ik nog niet, haha. Ik vraag me wel af wanneer ik die signalen heb gegeven. Ze zijn zeventien en achttien, dus ze hebben gewoon hun eigen leven. Maar je weet niet hoe het loopt. Het zou leuk zijn als het in de familie blijft, maar het is geen noodzaak. Alleen als ze het écht zelf willen. Er is absoluut geen moeten bij.”
Bestaan jullie de komende honderd jaar nog wel?
“Dat hopen we natuurlijk wel, maar honderd jaar is lang. Dat waren nu ook al vier generaties. Of dat als AVIA Marees is, moeten we zien. Maar alles wat je nu neerzet, zal er zeker nog zijn.”
Dit is een Interview van TankPro, lees hier het hele interview terug op Tankpro.nl.